Bij traditionele volksdans hoort traditionele kledij. Bij onze optredens dragen we zelfgemaakte kledij die de 19de eeuwse klederdracht uit onze streek weerspiegelt. Specifieker gaat het om de periode 1800 tot 1850.
We vernieuwden onze vrouwenkledij in het werkjaar 2008-2009 en de mannenkledij volgde in het werkjaar 2016-2017. Daarvoor baseerden we ons op “Streekdrachten in onze streken” van H. Vanoppen en diens documentatiecentrum en het modemuseum van Antwerpen.

We streefden bij het ontwerp naar een evenwicht tussen authenticiteit en podiumprésence. Het resultaat: een kleurrijke en gevarieerde outfit die tegelijkertijd een mooi geheel vormt en waar men bovenal goed in kan dansen. De leidraad blijft wel de historiciteit en dus de overeenstemming met de traditionele 19e eeuwse klederdracht. In die periode kende de klederdracht een uitbreidend gamma aan kleuren door het gebruik van natuurlijke kleurstoffen en het experimenteren met chemische kleuren. Indigoblauw, steenrood en mosgroen, maar ook okergeel, roetbruin en feloranje waren kleuren die je terugvond in 19de eeuwse stoffen. Motieven zoals streepjes, ruiten, geometrische figuurtjes, bloemetjes, stippen en bollen kwamen ook vaak voor. En dat allemaal gemixt en gematcht volgens ieders smaak. De stoffen bestonden uit natuurlijke weefsels: voornamelijk wol, linnen, katoen en zijde linten. Om onze kostuums mooi te laten vloeien in de dansen – en toch in zekere zin trouw te blijven aan de traditie – hanteren wij de standaard van minstens 45% natuurlijke weefsels per stof.
De kledij van de vrouwen bestaat uit twee delen met bovenaan een jak en een blouse en onderaan een lange onderbroek, een onderrok, bovenrok, een schort, effen kniekousen en leren schoenen. Op het hoofd dragen we een kapje. Op koude dagen verwarmen we ons met een sjaal of een cape.
De mannenkledij is eveneens tweedelig. Ze bestaat uit een hemd (gebaseerd op een kiel), een mouwloze gilet, een lange broek met bretellen, effen kousen en leren schoenen. Ook de mannen dragen een hoofddeksel in de vorm van een pet of een faas. Een vest zorgt voor de warmte.
Elk lid stelt zelf zijn/haar kledij samen. De werkgroep Kledij ziet er ondertussen op toe dat elk van ons een outfit samenstelt volgens de regels van de kunst.